Ik ben geboren en getogen in Suriname. Kijken naar de bevolking samenstelling is het vrij breed, dus behalve Javanen heb je nog andere bevolkingsgroepen. In Nederland ben ik gewend om als eenling tussen de blanken te werken en wonen.
Mijn eerste indruk toen op Java was dan ook niet alledaags. Ik keek om me heen en zag alleen mijn evenbeeld. Al die onbekenden leek allemaal bekenden voor mij, terwijl ik ze nog niet eerder had ontmoet. Ik zag evenbeelden van mijn tante, oom of vrienden in Suriname. Het leek als een vertrouwd beeld, en ik kon het niet anders voorstellen. Totdat ik met ze wil communiceren en dan blijkt dat onze taal niet hetzelfde is. Goed luisteren, bleek toch dat er veel overeenkomsten in ons taalgebruik zitten, we waren in Jakarta. Naar mate wij meer naar het midden van het eiland Java gingen, dan hoorde je meer overeenkomsten. Sprak je iemand aan, dan werd het in bahasa geantwoord. Praat alstublieft in het Javaans, dan werd in het “kromo inggil” geantwoord. En we verstonden dan net een paar woorden, en ertussen moesten we maar gissen. Ondanks dat ik me had voorbereid met het leren van Javaanse woorden schiet ik toch van alle kanten te kort. En telkens weer leerde ik nieuwe woorden erbij. Een lichtpunt, er zijn mensen die het gewone javaans (zoals in Suriname) met me willen praten. En dan voel ik me thuis.
Mijn eerste indruk toen op Java was dan ook niet alledaags. Ik keek om me heen en zag alleen mijn evenbeeld. Al die onbekenden leek allemaal bekenden voor mij, terwijl ik ze nog niet eerder had ontmoet. Ik zag evenbeelden van mijn tante, oom of vrienden in Suriname. Het leek als een vertrouwd beeld, en ik kon het niet anders voorstellen. Totdat ik met ze wil communiceren en dan blijkt dat onze taal niet hetzelfde is. Goed luisteren, bleek toch dat er veel overeenkomsten in ons taalgebruik zitten, we waren in Jakarta. Naar mate wij meer naar het midden van het eiland Java gingen, dan hoorde je meer overeenkomsten. Sprak je iemand aan, dan werd het in bahasa geantwoord. Praat alstublieft in het Javaans, dan werd in het “kromo inggil” geantwoord. En we verstonden dan net een paar woorden, en ertussen moesten we maar gissen. Ondanks dat ik me had voorbereid met het leren van Javaanse woorden schiet ik toch van alle kanten te kort. En telkens weer leerde ik nieuwe woorden erbij. Een lichtpunt, er zijn mensen die het gewone javaans (zoals in Suriname) met me willen praten. En dan voel ik me thuis.
1 opmerking:
Mas lah nah aku verdwaald ning Jakarta iku yoh wis babar blas, orah ienter ngomong bahasa blas....maar gelukkig wong2 yoh mesti isoh nomong english.....hihihi.
ja he, zo zie je, alle javanen die je daar aantreft hebben jouw gelijkenis maar de taalbarrie lijkt een probleem.
Simpel weg, we zijn 1 maar door communicatie toch een stap ver van elkaar....
Dus een advies mas: the next trip zorgt ervoor dat je het hele bahas woordenboek uit het hoofd kent, anders.....moeilijk....
Een reactie posten